In 2019 en 2020 hebben wij op verschillende manieren werkgevers in de fysiotherapie om input gevraagd om de belangen van werkgevers goed mee te kunnen nemen in de onderhandelingen omtrent het vormen van een nieuwe CAO. Wij zijn in een vergevorderd stadium van de onderhandelingen beland. WVF voorzitter Daan Spanjersberg is hier nauw bij betrokken. Daan – “Het lijkt erop dat wij er samen met de werknemersvereniging fysiotherapie (FDV) uit gaan komen. Iedereen is welwillend, het gaat in goede harmonie. De eerste conceptteksten willen wij in juni met de leden delen.”
Behartigen van de belangen van werkgevers
Vanuit de WVF proberen wij de belangen van de werkgevers in de fysiotherapie zo goed mogelijk te behartigen in de onderhandelingen met FDV. Voor aanvang van de onderhandelingen hebben wij zes informatieavonden georganiseerd op de kantoren van BDO en daar kwamen steeds 40-50 werkgevers op af, dus in totaal hebben wij zo’n 300 werkgevers gesproken. Daarna hebben wij ook nog meerdere webinars georganiseerd en enquêtes uitgestuurd. Het retourpercentage op deze enquêtes lag erg hoog en 70% van de werkgevers heeft aangegeven het belangrijk te vinden dat er een CAO komt.
Onderhandelingsrondes lopen voorspoedig
Al deze feedback hebben wij meegenomen in het proces. Inmiddels hebben er meerdere onderhandelingsrondes plaatsgevonden tussen de WVF en FDV. Waarbij aan onze kant Daan Spanjersberg, Judith van Hengel, Will Bonneveld en BDO zijn betrokken. Aan de kant van de FDV zijn de drie bestuursleden en de FBZ betrokken.
Consensus over vakantiedagen en vakantietijd
Daan – “We zijn nu in een dusdanig gevorderd stadium beland, dat wij graag een update geven vanuit de WVF. De contouren van de CAO worden steeds meer duidelijk.
Voorafgaand aan de onderhandelingsrondes is een concepttekst door de FDV aan ons opgeleverd. Wij zijn hier volledig met het bestuur, de onderhandelingscommissie en de klankbordgroep doorheen gelopen en hebben al onze op- en aanmerkingen weer teruggekoppeld. De CAO gaat in totaal om veertien hoofdstukken. Alles komt aan bod. Wij hebben op dit moment consensus bereikt over de de meeste onderwerpen uit de eerste drie hoofdstukken. Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op de vakantiedagen en vakantietijd.”
De “˜zware’ onderwerpen die betrekking hebben op het salaris en pensioen staan nu als volgende bespreekpunt op de agenda. Wij hebben er vertrouwen in dat wij ook hier uit gaan komen. De gesprekken gaan in goede harmonie. Daan – “Natuurlijk proberen wij aan beide kanten de randjes op te zoeken. Echter we weten ook dat je allebei moet geven en nemen om er samen uit te komen. Iedereen is welwillend. Niemand gooit zijn kont tegen de krib!”
Salarisonderhandeling
Er wordt serieus overwogen om het variabele salaris helemaal te vervangen voor een vast uurloon. Een absolute voorwaarde aan onze kant is dat de CAO voorwaarden straks ook betaalbaar zijn voor de werkgever. Hierbij hebben wij ons ook gericht op het kostenonderzoek van GUPTA. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het tarief te laag is om echt een rendabele praktijk te runnen. We hebben de ruwe data echter nooit gezien, deze hebben wij nu opgevraagd. Daarnaast zijn wij een samenwerking met Qualizorg gestart om het rendement van een praktijk verder inzichtelijk te maken met behulp van een benchmarktool.
Daan – “Naast dat wij druk in gesprek zijn met FDV, praten wij ook veel met andere stakeholders om de voorwaarden voor werkgevers zo gunstig mogelijk te maken. Zo zijn wij met zorgverzekeraars in gesprek geweest over wat een CAO betekent voor het tarief? Ook met het pensioenfonds zijn we in gesprek. Tevens communiceren wij met banken over de financieringsmogelijkheden van praktijken. Welke afspraken tussen werknemers en werkgevers vinden zij belangrijk om kredieten te kunnen verlenen? Daarnaast zijn KNGF en SKF ook belangrijke stakeholders en de werkgevers zelf natuurlijk. De bevindingen uit al deze gesprekken nemen wij weer mee in onze onderhandelingen.”
Vervolgstappen
De stip op de horizon is dat wij eind mei/begin juni mogelijk al delen van de conceptteksten tijdens de algemene ledenvergadering kunnen presenteren. Voor die tijd leggen wij de opzet eerst aan de klankbordgroep voor. In de klankbordgroep zitten vertegenwoordigers van alle soorten praktijken. Zij overleggen vervolgens weer met hun achterban hoe het valt en rapporteren dit terug aan ons. Dit zullen wij weer meenemen als feedback in onze gesprekken met de FDV. Pas als de klankbordgroep zich er ook in kan vinden, gaat het mee in de algemene ledenvergadering. We proberen dit dus in de eerstvolgende ledenvergadering mee te nemen. In de algemene ledenvergadering kunnen werkgevers nogmaals hun mening geven. Daarna wordt het definitieve CAO gevormd. Deze geldt dan voor een termijn van twee jaar. In de algemene ledenvergadering in het najaar krijgen werkgevers de kans om voor of tegen te stemmen Om het voor te leggen als AVV moet â…” van de werkgevers voor stemmen en minimaal 60% van de werkgevers stemmen.
Daan – “De CAO gaat straks een hoop duidelijkheid geven. De volgende stap is dat wij proberen om de CAO algemeen verbindend verklaard te krijgen, zodat iedereen zich eraan moet houden. Als WVF zijn wij hier een groot voorstander van omdat er dan ook minder gejobhopt wordt. Dit tegengaan is echt noodzakelijk als je kijkt naar de toekomstige tekorten op de arbeidsmarkt.”