Interview met Rob Koster, adviseur voor Fysiovakbond FDV bij de totstandkoming van een nieuwe cao
Bij de totstandkoming van een nieuwe cao is er cohesie nodig tussen de werkgevers en werknemers. Tot nu toe lopen de onderhandelingen respectvol en voorspoedig. Aan werknemerszijde wordt de FDV geadviseerd door Rob Koster bij de onderhandelingen, werkzaam bij FBZ, vakbond voor zorgprofessionals. Zijn jarenlange ervaring aan cao onderhandeltafels zet hij nu in voor de FDV bij de totstandkoming van de Cao Eerste Lijn Fysiotherapie. In een openhartig gesprek vertelt hij hoe hij de cao-onderhandelingen tot nu toe ervaart. Als doorgewinterde onderhandelaar is hij in ieder geval blij verrast over de mate van respect tussen de onderhandelende partijen.
“Zonder draagvlak, geen cao”
“Ik heb al aan heel wat onderhandeltafels gezeten en ben bij heel veel cao’s betrokken geweest. Mijn taak is de onderhandeldelegatie van Fysiovakbond FDV te adviseren, te begeleiden en te coachen. Om te laten zien wat er mogelijk is en het proces zodanig te begeleiden dat er draagvlak blijft bestaan en dat partijen niet tegenover elkaar komen te staan. Er is nog nooit een cao tot stand gekomen zonder draagvlak. Juist door samen te werken komen we tot een resultaat waar beide partijen tevreden mee kunnen zijn. Ik kan putten uit heel veel materie en kan voorbeelden laten zien, materiaal aanreiken, maar uiteindelijk moeten de partijen zelf hun keuze bepalen.”
Doel ligt hoger dan de cao
“Het belangrijkste concrete doel ligt hoger dan de cao. Dat doel is het vak fysiotherapie sterker positioneren. Ik had voorheen weinig zicht op fysiotherapie tot ik er, door deze positie aan te nemen, mee geconfronteerd werd. Ik heb nu heel veel mensen gesproken en wat mij opvalt is dat er de laatste tien jaar een situatie is ontstaan wat je “˜down the drain’ kunt noemen. Fysiotherapie heeft zich op de een of andere manier niet goed weten te positioneren in het zorglandschap waardoor ze bijvoorbeeld bepaalde vergoedingen niet weten binnen te halen. Dat heeft echt met de positionering van je vak te maken. Fysiotherapeuten zouden meer moeten samenwerken om zich als beroepsgroep beter op de kaart te zetten. Er zijn genoeg initiatieven geweest, maar de buitenwereld ziet het nog als verschillende geluiden. Het gevaar daarvan is dat je niet serieus wordt genomen. De cao is hét middel om dit te kunnen bewerkstelligen.”
Fysiotherapeuten zouden meer moeten samenwerken om zich als beroepsgroep beter op de kaart te zetten.
” Een cao is er natuurlijk allereerst voor werknemers om rechtszekerheid te bieden over arbeidsvoorwaarden, maar een cao kan er ook voor zorgen dat je als beroepsgroep eenduidig in gesprek kunt met andere sociale partners. Die praten niet alleen over arbeidsvoorwaarden maar ook over de arbeidsmarkt, over arbeidsomstandigheden, over veilig en gezond werken. Dat zijn dossiers waar andere zorgberoepen en zorgsectoren ook mee bezig zijn en waar je dan bij aan kunt sluiten. Dat is minstens zo belangrijk.”
“Dit is het uitgelezen moment om een akkoord af te spreken”
Alle belangen moeten samenkomen
“Het zou nog mooier zijn als het in samenhang kan met Stichting Keurmerk Fysiotherapie en KNGF – al die belangen moeten samenkomen om het vak sterk te kunnen positioneren. Ik vind dit moment ook een hele goede om nu door te pakken, omdat je op veel plaatsen volgens mij de juiste mensen hebt zitten. Ik zie binnen het KNGF mensen die sterk zijn in het bouwen van bruggen en die al bezig zijn met die positionering. Dat is belangrijk naar Den Haag toe, naar de politiek en VWS en belangrijk richting de zorgverzekeraars. Daarom is dit het uitgelezen moment om samen te komen en tot een akkoord te komen.”
Cao is net zo belangrijk voor werkgevers
“Bij alle cao’s in Nederland is altijd sprake van evenwicht in belangen. Werkgevers hechten er net zoveel belang aan als werknemers. Het zijn wel verschillende belangen. Je hoeft elkaar niet te begrijpen of te overtuigen, maar je moet wel elkaars belang kunnen gunnen.
Werkgevers hebben er belang bij dat ze niet met alle werknemers afzonderlijk hoeven te onderhandelen en de vele veranderingen op het vlak van wetgeving op de voet moeten volgen. De meeste fysiotherapeuten hebben de focus op hun vak liggen en niet op werkgeverschap. Het vraagt best wel veel voor vrijgevestigden. Dat vraagt allerlei zaken op het gebied van HRM. Een cao kan heel veel instrumentarium bijdragen waarmee je de werkgever faciliteert en handvatten aanreikt zodat hij niet zelf het wiel hoeft uit te vinden.”
Gelijke tred met andere zorgsectoren
“Rechtszekerheid is ook van belang in de fysiotherapiebranche. Er zijn door de jaren heen contracten ontstaan en waarvan vragen aan onze arbeidsjuristen hebben geleid tot uitzonderlijke juridische dossiers en rechtszaken. Dat heeft te maken met het feit dat men een lange tijd niet is meegegaan in de wet- en regelgeving. Er zijn in de fysiotherapie hele bijzondere contracten, die in de zorg nergens anders bestaan. Dat moet je niet willen. Je moet gelijke tred willen houden met andere zorgsectoren. Dat is ook belangrijk voor de ontwikkeling van de arbeidsverhoudingen.”
Hoe ver zijn de onderhandelingen?
“Veel verder dan ik zelf had gedacht toen ik begon. Zeker als ik kijk vanuit het perspectief dat er nul ervaring was bij de partijen moet ik zeggen dat ze enorme stappen hebben gemaakt. Dat heeft ook met de aanpak te maken gehad. Er is eerst een visiedocument opgesteld door partijen. Daarin hebben ze de richting bepaald waar ze naartoe willen en het handige van zo’n document is dat je erop kan terugvallen als je er even niet uitkomt. Vervolgens zijn ze de cao tekst gaan opstellen, die door beide kanten geamendeerd is. Het grootste deel van de tekst is al klaar. Ik heb geadviseerd om het jaar 2021 volledig te benutten voor de definitieve totstandkoming. Je wilt tenslotte een verbeterslag maken, een stuk kwaliteit leveren. Daar horen nog checks & balances bij, een toetsingsfase met betrekking tot de zorgvuldigheid en natuurlijk nog het overleg met de achterban. Maar de vaart zit er zeker in.”
Knelpunten in de onderhandelingen
“De grootste knelpunten komen nu aan het eind en dat komt omdat partijen zo lang mogelijk “˜horizontaal onderhandelen’: het is belangrijk om eerst te kijken hoe ver je kunt komen zonder dat partijen hun hakken in het zand zetten. Moeilijke onderwerpen werden geparkeerd en die worden dan puntsgewijs behandeld. Daarmee maak je de knelpuntenlijst steeds kleiner. Knelpunten zijn meestal de punten die geld kosten. Een cao moet natuurlijk ook betaalbaar zijn. We hebben er niets aan als praktijken door zo’n cao failliet zouden gaan. Er zijn zeker nog een paar punten waarop het vast zou kunnen lopen, des te belangrijker is het goed constructief in gesprek te blijven.”
Hick-ups horen er bij en daar moet je niet bang voor zijn
” Nadat beide partijen een akkoord hebben gesloten kan een belangrijk hick-up het moment zijn dat je als sociale partners beide het resultaat voorlegt aan je achterban. Beide partijen hebben hun achterban al in het proces zorgvuldig meegenomen en ze doen er alles aan om ze goed te informeren. Maar het is wel belangrijk dat de achterban met de afspraken in kan stemmen. Je moet er niet bang voor zijn, daar heb je in elke cao onderhandeling mee te maken. Inmiddels weet ik ook dat er voor alles wel weer een oplossing is.” Is er instemming vanuit werknemers en werkgevers dan betekent het dat de nieuwe cao een feit is. Wat dan nog een hele lastige kan worden is de implementatie. De transitie naar de nieuwe situatie. De huidige situatie moet omgezet worden naar de gewenste situatie die je in de cao beschreven hebt. Dat zal geen eenvoudige opdracht zijn en de nodige tijd vergen.
Zijn er punten waar de onderhandelingen op kunnen vastlopen?
“Dat kan altijd, maar daar gaan partijen zelf over. Ik kan niet goed inschatten hoe het met de hardheid is gesteld waarmee werknemers of werkgevers naar bepaalde zaken kijken. Ik kan ook niet inschatten onder welke druk die hardheid weer vloeibaar kan worden. Aan beide kanten zijn punten waar ze tegenaan lopen en beide kanten moeten die hobbels durven nemen. Het gaat er om dat de arbeidsvoorwaardenruimte evenwichtig en op een gelijkwaardige wijze onder werknemers(groepen) aangewend wordt.
De richting die je op wilt met de cao is denk ik dat het een mix wordt van een eerstelijns cao met referentiemateriaal van fysiotherapeuten uit de tweede lijn. Een cao afspreken die daar onder duikt is niet verstandig want dan ga je de pas afgestudeerden de sector induwen die je niet wenst.”
geboekte successen
“Het belangrijkste eerste succes was het visiedocument. Dat partijen met elkaar de afgesproken richting hebben gekozen waar ze beiden hun handtekening onder hebben gezet. De stip op de horizon en de weg er naar toe hebben bepaald. En als ik naar de afgelopen maanden kijk dan vind ik het heel succesvol dat partijen al grosso modo de cao tekst af hebben.”
Sfeer aan de onderhandelingstafel
“Iedereen weet aan overlegtafels dat de sfeer altijd op en neer gaat. Er zijn altijd irritaties, maar er is ook humor en vooral focus op de inhoud. Het belangrijkste is dat partijen er elke keer overheen kunnen stappen als ze iets als irritant ervaren en dat ze zich kunnen herpakken. Dat ze niet gaan navelstaren en dat partijen zich blijven focussen op wat ze willen. Ik zie dat partijen zeer veel respect hebben voor elkaar en dat is heel prettig. Ze besteden ook veel aandacht aan elkaar. Ze weten wat de andere partij wil en ze gunnen elkaar de oplossing. Dat is aan deze onderhandeltafel écht het geval. Dat betekent dat je al in een goede sfeer zit.”
Verwachte uitkomst
“Ik verwacht een cao, punt. Ik verwacht dat het vak fysiotherapie in de eerstelijns zorg, dat die er dadelijk steviger staat. Dat die onderdeel gaat uitmaken van een breder overleg in sociaal-economisch Nederland. Dat ze aansluiten op het niveau van andere arbeidsvoorwaardenregelingen in de eerstelijnszorg. Ik reken er op dat partijen er uit gaan komen. Maar het is belangrijker dat ze er uit komen dan wanneer ze er uit komen. Haastige spoed is zelden goed.”