Op 6 maart jl. heeft Arjen van Zon (55) officieel het stokje overgenomen van Daan Spanjersberg als nieuwe voorzitter van de Werkgeversvereniging Fysiotherapie (WVF). Daan Spanjersberg blijft zelf als bijzonder lid aan de WVF verbonden. Arjen van Zon is een doorgewinterde fysiotherapeut, runt zelf succesvol een praktijk in Den Haag en heeft diverse bestuursfuncties bekleed. Zijn ervaring zet hij in om werkgevers in de fysiotherapie sterk te vertegenwoordigen.
De juiste man voor de functie
Het voorzitterschap bij WVF vraagt de nodige praktijkervaring, kennis van de branche en onderhandelingscapaciteiten. WVF is ervan overtuigd dat Arjen de juiste persoon is om deze functie op zich te nemen. Hij is in 1992 afgestudeerd als fysiotherapeut en twee jaar later deel gaan uitmaken van de zevenkoppige maatschap bij Mijn Fysio & Adviespunt in Den Haag. In 2005 heeft hij de studie Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam in Gezondheidsrecht en Medische aansprakelijkheid afgerond. Daarnaast heeft hij aan de wieg gestaan van het samenwerkingsverband FysioGroep Haaglanden en daar tot mei 2014 diverse bestuursfuncties bekleed, eerst als penningmeester, daarna als voorzitter. Vervolgens heeft hij acht jaar lang als penningmeester en vicevoorzitter in het bestuur van het KNGF gezeten.
Vlottrekken cao-onderhandelingen
De komende tijd staan er enkele belangrijke punten op de agenda van de WVF. Als voorzitter van de Werkgeversvereniging wil Arjen zich allereerst richten op het vlot trekken van de cao-onderhandelingen. “De WVF heeft qua opzet een hele goede structuur, met onder andere een klankbordgroep en een onderhandelingscommissie. Het bestuur is er met name om de processen te begeleiden, te bewaken en te stimuleren. Het doel van een bestuur is om mensen in hun kracht te zetten, zodat ze de gestelde doelen kunnen bereiken. De cao is nu de primaire doelstelling van onze vereniging, aldus Arjen”
Aanpakken van tarieven
“Daarnaast heeft het probleem rond de tarieven in de fysiotherapie onze onverdeelde aandacht. In de afgelopen ronde is het principeakkoord gesloten, maar met te weinig draagvlak onder de leden van de WVF. In mijn visie kan er met de huidige tarieven nooit een cao uitkomen die voldoende financiële waardering geeft voor mensen met een HBO-opleiding, zowel qua opleidingsniveau als qua werkervaring. We moeten dus in gesprek blijven met de zorgverzekeraars en de politiek. De zorgverzekeraars houden vast aan de marktwerking en de politiek zegt dat het meer een private aangelegenheid is, maar ondertussen breekt ons hele zorgstelsel af. Hoog tijd om een gezamenlijke vuist te maken.”
“We hebben inmiddels, samen met het KNGF en Fysiovakbond FDV, een brief gestuurd naar de Tweede Kamer. Het blijkt dat onze branche de wetgever niet goed kan informeren vanwege de regels van de Autoriteit Consument en Markt en dat is krom.
Daar moet de politiek zich bewust van worden, zodat we op een normale manier als belangenbehartiger de belangen van onze leden onder de aandacht kunnen brengen.”
“De meeste praktijken hebben te maken met fysiotherapeuten die vaak al na korte tijd uit het vak vertrekken en elders gaan werken vanwege een betere salariëring. In mijn opinie wordt er veel geld vrijgemaakt aan de zorg, maar niet voor het werken in de zorg. Ik wil dat hier meer aandacht voor komt.”
Aanpassen van statuten
“Verder staat het aanpassen van onze statuten op de agenda. Deze stammen nog uit de tijd van het KNGF. Die aanpassing is nodig om de belangen te behartigen van alle fysiotherapeuten, dus ook die van de ZZP’ers en om een stevige structuur te creëren binnen de vereniging.”
Boodschap aan werkgevers in de fysiotherapie
Arjen wil nog meegeven dat de WVF veel meer is dan enkel een cao-club. “We timmeren hard aan de weg als belangenbehartiger en ondersteuner van fysiotherapiepraktijken. Dat is onze ambitie. Daar hebben we wel een grote groep leden voor nodig, zodat we kunnen laten zien dat we een relevante achterban hebben die er toe doet.”
“Mijn boodschap aan werkgevers in de fysiotherapie is simpel: houd ons in de gaten en beoordeel ons op onze daden. Geef ons de kans om ons te bewijzen en vertrouw erop dat we ons volledig inzetten voor de sector.”