Het collectieve pensioenfonds is voor vele fysiotherapeuten een doorn in het oog. Wij krijgen vaak te horen dat het veel te veel kost en dat fysiotherapeuten zelf willen beslissen of zij wel of niet meegaan in het pensioenfonds fysiotherapie. Aangezien het pensioen nog een openstaand agendapunt is in de cao onderhandelingen, hebben wij Jan Poen, voorzitter van de deelnemersvereniging Pensioenfonds Fysiotherapie gevraagd waarom een beroepspensioenfonds nu zo belangrijk is en waarom hij vindt dat het meegenomen moet worden in de nieuwe cao.
Waarom is het voor een beroepsgroep belangrijk om een beroepspensioenfonds te hebben?
“Voor veel beroepsgroepen, zoals notarissen, de gezondheidszorg en de haven, is een pensioenfonds door de wet verplicht gesteld. Als je tegen een fysiotherapeut zegt dat iets verplicht is, zoals bijvoorbeeld verslaglegging, dan wordt hij of zij enigszins opstandig. Als wij er niet zouden zijn, zou het pensioenfonds van Zorg & Welzijn wel om de hoek komen kijken. Want we hebben nu eenmaal met de wet verplichte beroepspensioenregeling te maken. We bestaan nu een kleine veertig jaar. Inmiddels zijn we gegroeid naar 30.000 deelnemers. We zijn een fonds met vier miljard euro in kas en we groeien door.”
“Van, voor en door fysiotherapeuten”
“Het pensioenfonds heeft een deelnemersvereniging. Die vereniging zorgt ervoor dat de verplicht gestelde regeling, zoals die voor de beroepsgroep geldt, overeind wordt gehouden. Want we zijn heel trots als beroepsgroep dat we een eigen pensioenfonds hebben met een bestuur dat bestaat uit fysiotherapeuten of gewezen fysiotherapeuten. Het is een pensioenregeling van fysiotherapeuten, voor fysiotherapeuten en hij wordt uitgevoerd door fysiotherapeuten. Het geeft er eigenheid aan maar ook een goede dynamiek in de discussie erover. De een vindt hem goed, de ander vindt hem slecht en we hebben nog diverse smaken er tussen in.”
Waarom is het in belang van werkgever en werknemer dat het is geregeld zoals het nu geregeld is?
“De meeste mensen die werken, worden deelnemer in een pensioenfonds. Een gedeelte van die premie wordt door de werkgever betaald. Bij beroepspensioenen ligt dat anders. Want daar is iedere deelnemer aan een fonds zelf verantwoordelijk voor het betalen van de premie. Dat wordt niet overgelaten aan de werkgever. Als de premie niet betaald wordt komt het pensioenfonds bij de deelnemer om het te incasseren. Dus de fysiotherapeut die werkt in de eerstelijn, wordt altijd als eerste benaderd als er premie moet worden betaald. Dus iedere maand voelt hij zelf de kosten van de premie.”
“De beroepspensioenvereniging waar ik dus voorzitter van ben is een vereniging met een algemene ledenvergadering. Wij gaan over de pensioenregeling en over welk ambitieniveau wij willen voor de pensioenregeling. We hebben een ambitieniveau van 3%. Wij hebben als een van de weinige pensioenfondsen onvoorwaardelijke indexatie van 2% in onze regeling. Hoe slecht de beurzen of rentestanden ook zijn. Ieder jaar indexeert onze pensioenuitkering met 2%. Bij de grote pensioenfondsen staat dat al jaren op nul. Wij hebben daar met elkaar over gediscussieerd en dat hebben we met elkaar besloten. Deze vereniging staat dus aan de basis van onze pensioenregeling. Als lid heb je spreekrecht en stemrecht. Hoe mooi wil je het hebben en hoe kort kunnen de lijnen zijn? Dit is een groot voordeel voor zowel werkgever als werknemer.”
Kunnen we nog wijzigingen verwachten in de manier dat het pensioen is opgebouwd?
“Op korte termijn zitten we met het nieuwe pensioenakkoord. We moeten overgaan van de huidige regeling naar een gewijzigde regeling. We zitten in een onzekere tijd. Iedere fysiotherapeut heeft feitelijk bij ons zijn eigen potje. Niemand betaalt voor een ander, ieder betaalt voor zichzelf. Je zit alleen met al dat geld in één gezamenlijke pot, maar het is altijd te herleiden naar jou als persoon. De jongeren betalen niet voor de ouderen, de armen betalen niet voor de rijken. Dat moeten we nu dus gaan omzetten in een andere regeling volgens het pensioenakkoord. We weten dat de ruimte die fysiotherapeuten hebben om die premie te betalen, naast al hun andere lasten, heel klein is. De tarieven zijn niet bijster hoog en de lonen zijn ook niet om over naar huis te schrijven. Er zitten heel veel verschillen in inkomens. Dus wij zeggen vooralsnog laten we nu eerst eens die transitie van dat pensioenakkoord doorlopen en daarna kijken naar veranderingen en wijzigingen die we kunnen toepassen. Om nu, op dit moment aan de boom te gaan schudden in deze moeilijke tijd, dat lijkt me niet verstandig voor de deelnemers. Ik denk niet dat er grote wijzigingen te verwachten zijn. We gaan niet opeens van 0,41% naar 2% premieopbouw. Dat is precies waar wij naar kijken in die wijzigingen: Wat is haalbaar en wat is betaalbaar? Dat zijn de twee kreten waar het om gaat.”
De hoogte van de premie wordt als hoog beschouwd? Hoe is jouw kijk hierop?
“Pensioen is vaak een onderwerp waar veel emotie bij komt kijken. Daar komt bij dat het verplicht is gesteld en het aanvoelt alsof je belasting betaalt. De huidige premie in de basisregeling ligt voor zelfstandigen rond 11% en voor degenen in loondienst rond 15%. Vergelijken we dit met Pensioenfonds Zorg & Welzijn, waar de tweedelijns fysiotherapeuten onder vallen, dan wordt daar 26% premie ingehouden. Dat is een verschil van 12% voor een iemand in dienstverband. Eigenlijk betaal je dus meer premie in de tweedelijn, alleen de werkgever betaalt die premie en de fysiotherapeut zelf voelt dat niet per maand in zijn portemonnee. Want dat is wel waar het hier om draait, het gevoel.”
Vind je dat er binnen de cao afspraken gemaakt moeten worden over pensioenen?
“In elke salarisonderhandeling moeten altijd de volgende punten worden benoemd: De hoogte van het salaris, wat doen we met de pensioenpremie, wat doen we met scholingskosten en wat doen we met vakantiedagen. Je kunt daar heel goed in een cao afspraken over maken. Zodat we als ondernemers met elkaar zorgen voor een gelijk speelveld. Dat het niet zo is dat je bij de ene ondernemer alles krijgt en bij de andere ondernemer veel minder. Dat is voor de beroepsgroep fysiotherapie niet goed. Zeker ook naar de buitenwereld toe, naar je stakeholders zoals bijvoorbeeld de verzekeraars. En concurreren is prima, maar beconcurreer elkaar op kwaliteit van dienstverlening en niet op prijs.”
“Zorg als ondernemers onder elkaar voor een gelijk speelveld”
“Een gelijk speelveld in de fysiotherapie is zeker van belang voor verzekeraars. Het gaat bij verzekeraars nog steeds over de hoogte van het tarief. De argumenten die wij steeds terugkrijgen van verzekeraars is: Waarom moet het tarief omhoog zolang er binnen jullie beroepsgroep nog mensen rondlopen die twee ton inkomen hebben per jaar? Dan doelen ze op bepaalde werkgevers met hele grote praktijken, die dan waarschijnlijk een marginaal salaris uitbetalen. Zorgverzekeraars vinden het dan niet nodig om het tarief te verhogen. Maar men praat dan altijd over uitzonderingen. Ik kan ook altijd wel een zwart schaap vinden. In welke branche dan ook. Die schijn hebben wij in de fysiotherapie nog steeds tegen. En als je wilt professionaliseren als beroepsgroep dan vind ik dat je dat ook moet laten zien dat je professioneel je zaak kunt besturen. Je bent als werkgever een professional. Dan moet je ook willen voldoen aan het criterium van goed werkgeverschap. Daar passen nette afspraken bij die je moet maken met je werknemers.”
“Ook vanuit de werknemers is het signaal gekomen dat ze naast het salaris, het pensioen een van de belangrijkste elementen vinden van een arbeidsvoorwaardenoverleg. Fysiotherapeuten zijn zorgverleners en we weten allemaal dat zorg breder is dan afwezigheid van klachten. Het gaat ook om welzijn en welbevinden. Je wilt toch ook als werkgever met een team werken waarin iedereen hartstikke tevreden is over de omstandigheden waarin ze moeten werken en de beloning die ertegenover staat? Iedereen snapt dat de marges klein zijn waarbinnen we moeten manoeuvreren. Er zit niet veel speelruimte in. Maar laten we het wel op een ordentelijke manier met elkaar gaan regelen, middels een cao.”
Er is veel argwaan over of er nog wel pensioen is bij pensioengerechtigde leeftijd, hierdoor wordt er steeds vaker gekozen om zelf pensioenen op te bouwen. Is deze argwaan terecht?
“Die argwaan is niet terecht. Er zit vier miljard in de pot. Kijk, de AOW is een omslagstelsel. De mensen die nu werken betalen nu premie die wordt uitgekeerd aan mensen die nu in de aow zitten. Bij ons pensioenfonds betaal je premie die aan jou gekoppeld is en die premie rendeert, minimaal 2% per jaar en aan het eind van de rit staat dat geld gewoon voor jou ter beschikking. Dat wordt niet uitgekeerd aan iemand anders.”
Be good and tell it!
“Ik ben blij dat de Werkgeversvereniging Fysiotherapie de kar goed op de rails zet. Dat signalen uit het werkveld worden opgepakt. Dat is heel belangrijk en dat wil ik alle fysiotherapeuten ook op het hart drukken: Als je mee wilt praten of als je kritiek hebt, stap dan de arena in, maar blijf niet alleen roepen vanaf de zijlijn. Verander mee, praat mee, neem deel aan discussies, laat je zien en laat je horen. Daarom is zo’n werkgeversorganisatie ook zo belangrijk. Zo kunnen we met elkaar onze gezamenlijke belangen verdedigen. Je stelt pas wat voor bij verzekeraars en overheid als je je als beroepsgroep gezamenlijk en op uniforme wijze kunt profileren. Dus: Be good and tell it!”