“Het was een hectisch jaar met in december nog de verwachting dat er snel een cao zou komen. Helaas bleek de financiële paragraaf een breekpunt te zijn. De voorzitter van de onderhandelingscommissie arbeidsjurist Bram Hautvast heeft tijdens de ALV de aanwezigen meegenomen in het proces en de onderbouwing van de onderhandelingscommissie over de mogelijke hoogte van de lonen, die uiteindelijk niet acceptabel was voor de FDV.
Ik wil aanhalen dat in het begin van het proces de FDV en de WVF een visie- missiedocument hebben samengesteld waarover overeenstemming was bereikt.
Uitgangspunten waren:
- Het repareren van de onderkant qua lonen, zodat fysiotherapeuten op HBO niveau worden gewaardeerd;
- Zorgen dat de arbeidsvoorwaarden juridisch houdbaar zijn volgens Nederlands en Europees recht;
- Dat de cao betaalbaar moeten zijn met een normaal verdienmodel voor de werkgevers.
Uiteindelijk lag een definitief voorstel bij de FDV in december j.l. waarbij de WVF steeds het voortouw heeft genomen qua onderbouwing van de mogelijkheden. Wij hadden dan ook, met een gezond verdienmodel de onderkant kunnen repareren en de rechtszekerheid voor zowel werknemers als werkgevers kunnen borgen. De onderbouwing is verder verduidelijkt in de presentatie.
Het verschil was echter voor de FDV te groot. Ons voorstel ging uit van een rendement van 8% op de omzet, ofwel de werkgever zou per €100.000 omzet €8.000 rendement halen. Het voorstel van de FDV zou leiden tot een verlies van 11%, ofwel per €100.000 omzet zou u €11.000 moeten toeleggen. Ik geef u een voorbeeld:
Uw medewerkers realiseren een omzet van €300.000 dan moet u als werkgever eerst €33.000 zelf omzetten om uw personeel te kunnen betalen en daarna moet u uw eigen inkomen nog verdienen. Dat betekent dat er een gat is van 19%.
Hoewel een cao mogelijk kan helpen bij het realiseren van een tariefsverhoging bij de zorgverzekeraars betekent dit nog altijd een stip op de horizon waar we in acht jaar tijd stapsgewijs heen kunnen groeien. De bereidheid op deze wijze hier in mee te denken is door de WVF uitdrukkelijk genoemd. De FDV wilde slechts verder onderhandelen als wij op voorhand met een substantieel beter bod zouden komen, dit zonder enige onderbouwing van hun kant. De betaalbaarheid zien zij als een probleem van de werkgevers en daarmee wordt een en ander niet realiseerbaar. Dit heeft er toegeleid dat wij vooralsnog de onderhandelingen staken.”