De tarieven die zorgverzekeraars in 2023 willen hanteren voor fysiotherapie bieden fysiopraktijken weinig tot geen toekomstperspectief. Dat blijkt uit de voorlopige resultaten van een representatieve ledenpeiling die onder ruim 1700 leden van Werkgeversvereniging Fysiotherapie WVF is uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt tot dusverre dat de aangeboden tarieven voor tariefgroep A voor slechts 2% van de praktijken kostendekkend is, waar dit in tariefgroep B en C voor respectievelijk 1,6% en 1% het geval is. Reden voor Werkgeversvereniging Fysiotherapie om de noodklok te luiden.
Daan Spanjersberg, voorzitter Werkgeversvereniging Fysiotherapie zegt:
“Er is een potentieel zorginfarct met verstrekkende gevolgen voor de hele zorg in de maak”
De ledenpeiling is in het leven geroepen naar aanleiding van de bekendmaking van de tarieven voor fysiotherapie door zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid. Zorg en Zekerheid heeft bekend gemaakt het tarief met 5,1% te verhogen in plaats van de eerder aangekondigde 3,4%. Daarnaast bieden zij praktijken die het voornemen hebben samen te werken een hoger tarief en wordt de tekentermijn verlengd van 1 naar 15 november. Ondanks de hogere tarieven en de verlenging van de tekentermijn lijkt dit praktijken nog altijd weinig tot geen perspectief te bieden.
Ongenoegen
In de afgelopen weken hebben veel fysiotherapeuten hun ongenoegen over het aanbod van Zorg en Zekerheid geuit. Zorg en Zekerheid geeft aan dat het ongenoegen veelal betrekking heeft op één van de tarieven, terwijl zij van mening zijn investering in specialisatie, keurmerken en samenwerking te stimuleren en te belonen met twee hogere tarieven.
Onvoldoende perspectief
Hoewel Zorg en Zekerheid met de verhoging wenst te onderstrepen hoe belangrijk ze fysiotherapie vinden, heeft het er alle schijn van dat de aangekondigde verhoging voor praktijken onvoldoende is. Het KNGF liet eerder bij monde van voorzitter Guido van Woerkom al optekenen dat op basis van de prijsindexcijfers van de NZa en de parameters in de fysiotherapie er moet worden uitgegaan van een stijging met minimaal de prijsindex, te weten circa 7%. Maar dat zelfs dàt maar een deel van de enorme kostenstijgingen kan opvangen, als gevolg van de jarenlang achterblijvende tarieven. De ledenpeiling van de WVF lijkt dit te onderschrijven.
Brandbrief
Middels een brandbrief riep Van Woerkom de zorgverzekeraars reeds in juli op om te investeren in fysiotherapie. ‘Als ze dat niet doen, dan wordt de situatie onhoudbaar en komt passende zorg voor patiënten in het geding’, aldus Van Woerkom. Met de uitdagingen waarvoor de gehele zorgsector zich momenteel gesteld ziet, kunnen we het ons niet veroorloven om een hele beroepsgroep zo onder druk te blijven zetten. De rek is er al lang uit. Daarnaast hebben we iedereen nodig om nu en straks de passende zorg te kunnen geven die mensen nodig hebben.
Verstrekkende gevolgen
Uit de bekendmaking van de tarieven bleek het merendeel van de zorgverzekeraars hier onvoldoende of geen gehoor aan te geven met ogenschijnlijk alle gevolgen van dien. Praktijkhouders geven massaal aan het hoofd niet meer boven water te kunnen houden waarbij een deel nu al aangeeft noodgedwongen de deuren te moeten sluiten. Dat hiermee een potentieel zorginfarct met verstrekkende gevolgen voor de hele zorg in de maak is lijkt dan ook een vanzelfsprekendheid.
Grote zorgen
Werkgeversvereniging Fysiotherapie maakt zich grote zorgen over de ontstane situatie. De resultaten uit de ledenpeiling zijn dan ook gedeeld met het KNGF en zullen worden gebruikt om de conclusie over het gebrek aan perspectief te ondersteunen en de discussie met zorgverzekeraars over de onhoudbaarheid van de ontstane situatie met cijfers te onderbouwen.